Frank Wieland

Frank Wieland

Director Consulting Expert Public Safety

Aan beveiligingscamera’s, agenten met bodycams en smartphonefilmende omstanders zijn we inmiddels gewend. Maar er zijn meer manieren om onveilige situaties te signaleren. Objecten, slimme apparaten, voertuigen: alles kan voorzien worden van een digitale sensor die allang meer kan dan alleen zien en horen. Deze extra zintuigen verrijken, zeker als de data die zij genereren slim gekoppeld en geanalyseerd wordt, het 112 meldproces en de opvolging ervan in ons land. In deze blog vertel ik wat sensing voor de meldkamer van de toekomst kan betekenen en welke rol de burger bij dit ‘nieuwe melden’ heeft.  Welke veranderingen staat onze samenleving te wachten om de mogelijkheden die de technologie biedt daadwerkelijk te omarmen en hoe verhoudt zich dit met onze behoefte aan privacy?

Het is het jaar 2030. We bevinden ons in de meldkamer van de hulpdiensten. Hier geen rinkelende telefoons en centralisten die bij elk binnenkomend 112-belletje moeten beslissen of er een hulpdienst ingeschakeld moet worden en zo ja, welke. De meldkamer wordt bemenst met veiligheidsregisseurs die alle benodigde informatie aangereikt krijgen van het digitale meldsysteem dat gevoed wordt door allerlei sensors. Zo registreerde zojuist een slimme lantaarnpaal een schot. De veiligheidsregisseur die deze melding ziet, stuurt alvast een ambulance en een politieauto naar de bewuste locatie, terwijl we in de meldkamer live beelden ontvangen van diverse camera’s in de buurt. Aan de hand van Artificial Intelligence worden de beelden geregistreerd en geanalyseerd. Op een van de camerabeelden blijkt een gestrekte arm te zien, met iets in de hand dat op een wapen lijkt. Met gezichtsherkenning in de camera’s wordt gekeken naar de mogelijke dader en de richting gevolgd waarin deze is gelopen. Ook het slachtoffer is in een beeld. Diens smartwatch registreert een val, een oplopende hartslag en verlaagde saturatie in bloed. Een van de omstanders neemt contact op met de meldkamer en start een videocall. De veiligheidsregisseur kan op basis van alle input adequaat schakelen met politie en het ambulancepersoneel die onderweg zijn. We kijken vervolgens real time mee naar het werk dat de hulpdiensten verrichten om de veiligheid te waarborgen. Door de inzet van Augmented Reality voelt het alsof we ons midden in de werkelijke situatie bevinden…

Het is een cliché, maar de technologische ontwikkelingen en digitalisering van de samenleving gaan razendsnel. Bovenstaand beeld van de meldkamer van de toekomst is dichterbij dan je zou denken. Zo zijn er inmiddels in Nederland al meer dan 1,5 miljoen beveiligingscamera’s van bedrijven en particulieren actief, naast vele duizenden toezichtcamera’s van de gemeenten en van de politie. En dat is nog zonder alle smartphones en andere sensoren in de Nederlandse samenleving. Bedrijven en particulieren filmen hun omgeving met slimme deurbellen. Op de autoweg filmen zij het verkeer met dashcams. De gemeente gebruikt slimme camera’s die nummerborden kunnen ‘lezen‘. De agenten dragen bodycams om hun omgeving te filmen; burgers filmen en fotograferen elkaar, 24 uur per dag. En ja, ook de slimme lantaarnpaal uit bovenstaand toekomstbeeld bestaat al. De paal meet in de openbare ruimte onder meer het geluidniveau om in de gaten te houden of er ergens ruzie ontstaat.

De technologische ontwikkelingen op het gebied van sensing worden voor een belangrijk deel veroorzaakt door steeds kleiner wordende chips met grote rekenkracht die tevens energiezuinig zijn. Hiermee kunnen allerlei soorten goederen en objecten steeds slimmer worden gemaakt. Daar waar traditionele beeldcamera’s en microfoons alleen konden ‘kijken’ en ‘horen’, is de technologie inmiddels zo ver dat digitale sensoren ook zelfstandig kunnen ‘ruiken’,  ‘proeven’ en ‘voelen’, en in combinatie meerdere dingen tegelijk kunnen doen.

Meer zintuigen, meer mobiliteit

We hebben dus steeds meer digitale sensoren tot onze beschikking die steeds meer kunnen en bovendien mobieler worden. Dat leidt tot steeds meer toepassingen. Zo kunnen de sensoren voor de gemeenten en hulpdiensten als de politie uitstekend fungeren als getuigen van situaties in de samenleving waarin leefbaarheid of veiligheid onder druk staat. Door verzamelde sensordata automatisch te verrijken met informatie uit andere databronnen kan bijvoorbeeld een verdacht gedrag of patroon in de samenleving al in een vroeg stadium worden gesignaleerd, ter voorkoming van criminaliteit of erger. Zo werkte de politie er in de afgelopen jaren aan om met de inzet van intelligente camera’s het aantal vrachtwagen- en ladingdiefstallen in Nederland terug te brengen. Daarbij werden door de politie op afstand bestuurbare ‘dome-camera’s’, infraroodcamera’s en ANPR-camera’s (nummerbord herkenning) ingezet om automatisch (vormen van) ladingdiefstal op snelwegen en parkeerplaatsen te detecteren.

De gemeenten en politie maken voornamelijk gebruik van sensoren die geplaatst zijn in de publieke ruimte. Het gaat daarbij om sensortoepassingen die voor alle burgers bijdragen om de Nederlandse samenleving leefbaarder en veiliger te maken. Private partijen (burgers en bedrijven) zetten eveneens sensortoepassingen in, met name bedoeld om eigendom en een werk- en/of leefomgeving te monitoren. Ook de individuele burger kan daarbij als een (informatie-)sensor worden beschouwd. Zo werd met het programma Burger Alert Real Time! (BART!)  aangetoond dat buurt-preventieteams bereid waren om digitale informatie (sociale media: tekst, foto, video) real time te delen met de gemeente en politie, zodat er bij het signaleren van leefbaarheid- of veiligheidsproblemen in samenwerking kon worden gehandeld. Zolang dat de veiligheid ten goede komt, vindt de burger het geen probleem dat de eigen omgeving met sensoren wordt gemonitord (bron: Rathenau Instituut).

Structurele inzet is nog niet aan de orde

Als je bovenstaande leest, lijken alle seinen op groen te staan om bijvoorbeeld onze opsporingsdiensten datagedreven te laten werken. Deze diensten gaan er zelf al van uit dat in de toekomst ongeveer 90% van de (geautomatiseerde) informatiestromen afkomstig zal zijn van private en publieke sensoren. Met deze sensoren kan continu data uit de samenleving worden verzameld, geanalyseerd en toegepast. Technologisch gezien staan we al met één been in de sensorsamenleving; het realiseren van de meldkamer van de toekomst is wat dat betreft een kwestie van tijd. Toch blijft de inzet van sensortechnologie, Big Data en Artifical Intelligence voorbehouden aan incidentiele operaties, zoals het terugbrengen van het aantal vrachtwagen- en ladingdiefstallen. Structurele inzet is nog niet aan de orde. Dat komt doordat het digitaliseren van onze samenleving gepaard gaat met soms lastige sociale, juridische en ethische vraagstukken. Technologie is hier niet de doorslaggevende factor. Het samenspel tussen onze overheid en de burger is dat wel.

Begrijpelijke data-ecosystemen

De opkomst van de sensorsamenleving heeft niet alleen implicaties voor de manier waarop opsporingsdiensten gegevens verzamelen en opslaan, maar zal ook leiden tot nieuwe opvattingen over de manier waarop de burger zich in de samenleving (‘gecontroleerd’) dient te gedragen. De maatschappelijke discussie zou daardoor niet alleen moeten gaan over de technologische toepasbaarheid en bruikbaarheid van sensoren, maar zou voornamelijk moeten gaan om het inrichten van nieuwe data-ecosystemen (burger, overheidsdiensten). Data-ecosystemen die de burger begrijpt en kunnen helpen om gezamenlijk een leefbare en veilige samenleving te bereiken. De burger wil graag meewerken, zoals ik al eerder schreef. Maar de burger is ook zeer gehecht aan privacy. Die mag in de directe omgeving niet aangetast worden. De inzet van nieuwe technologieën en het (nog meer) verzamelen van data in de openbare ruimte botsen met het belang van privacy, zeker als het voor de burger onduidelijk is wat het doel is van al die sensoren. Het moet voor de burger helder zijn dat hij kan bijdrage aan onze veiligheid. Dat elke melding belangrijk kan zijn. Maar dan moet er wel een concrete opvolging zijn. Zoals bij Burgernet, waarbij iedereen die mee heeft gedaan aan een actie na afloop een appje krijgt met het resultaat ervan. Hierdoor krijgt de burger het gevoel dat hij of zij heeft bijgedragen aan de veiligheid.

De komende jaren worden dit de bepalende kenmerken van de sensorsamenleving:

  1. de toenemende mate en inzet van interactieve, en verschillende nieuwe vormen van, genetwerkte sensoren overal in de samenleving (IoT),
  2. de toename in het volume van door alle sensoren gegenereerde digitale datastromen (Big Data) bestemd voor opsporingsdiensten,
  3. de ontwikkeling en toepassing van voorspellende analyses om op real time basis enorme hoeveelheden datagegevens tot bruikbare informatie te verwerken (AI), en
  4. het verwerken, inzichtelijk en begrijpbaar maken van geanalyseerde datagegevens om daar als opsporingsdienst gericht opvolging aan te kunnen geven (Sense Making).

Schema: Het datagedreven informatieproces van de sensorsamenleving

Deze lijn zou ook doorgetrokken moeten worden in de meldkamer van de toekomst. Maar de overheid houdt vooralsnog liever vast aan het vertrouwde. Dat is aan de ene kant logisch: als je doet wat je deed, dan krijg je wat je kreeg. De impact van deze verandering is voor velen simpelweg te groot. We gaan van de klassieke centralist die in de meldkamer de telefoon aanneemt, luistert en bepaalt of de politie, de brandweer of een ambulance ingeschakeld moet worden, naar de veiligheidsregisseur die een richting aangereikt krijgt van een datagedreven systeem gevoed door sensorinformatie. We gaan van een burger die zich gecontroleerd voelt door al die camera’s naar een burger die zelf bijdraagt aan de controle. Dat is een majeure transformatie, waarmee de overheid kan helpen onze samenleving zo leefbaar en veilig mogelijk te houden. Daar ben ik van overtuigd.

Meer weten over sensing en de mogelijkheden die Big Data Analytics, Artifical Intelligence, VR, AR en andere technologieën kunnen bieden om de veiligheid in ons land te vergroten? Mail me dan!  

Lessons learned

Met onze partners Hexagon en Frequentis werken we nauw samen aan een nieuwe visie voor de modernisering van het 112 meldproces in Nederland. CGI fungeert in deze constructie als systeemintegrator. De lessons learned van succesvolle cases, zoals bij de Beierse en Londense politie, nemen we hierin mee.

Over de auteur

Frank Wieland

Frank Wieland

Director Consulting Expert Public Safety

Al ruim 25 jaar is Frank Wieland werkzaam binnen de overheid. Hij is specialist in het veiligheidsdomein en heeft daarbij inmiddels vele verschillende rollen vervuld op het gebied van systeemontwikkeling, projectmanagement, verandermanagement en beleidsadvisering.