ERTMS-pilot
Feiten op tafel voor soepele overgang
NS en ProRail voeren op dit moment op het baanvak Amsterdam - Utrecht een pilot uit in het kader van het Europese treinbeveiligingssysteem ERTMS (European Rail Traffic Management System). Aan deze pilot werken naast NS en ProRail ook goederenvervoerders en onderhoudspartijen mee. Tijdens deze pilot wordt een groot aantal vragen over veiligheid, treintechniek en capaciteit, maar ook over menselijk gedrag, werkdruk en processen beantwoord. CGI heeft twee onderzoeksvragen onder haar hoede.
‘In totaal zijn er 142 onderzoeksvragen’, vertelt CGI’er Jeroen Silfhout, als businessconsultant en projectleider bij de ERTMS-pilot betrokken. ‘CGI mag zich bezighouden met twee vragen over GSM-R, de speciale spoorvariant van het normale GSM-netwerk: wat zijn de communicatie- en systeemtijden van ERTMS tussen de wal en de trein via het GSM-R netwerk? En: is de beschikbaarheid van GSM-R voldoende voor data- en voice-verkeer op het baanvak?’
Effect op spoorcapaciteit
Met de beantwoording krijgen NS, ProRail en – via de uiteindelijke rapportage – ook het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) inzicht in het effect van communicatie- en systeemtijden op de capaciteit van het spoor. ‘Dat inzicht is belangrijk’, legt Silfhout uit. ‘Immers: als een bericht met een toestemming om te rijden van de wal aan de trein er heel lang over doet, moet de treinplanning rekening houden met deze lange communicatietijd.’ Uiteraard vormen deze communicatie- en systeemtijden maar één aspect van de vele factoren die van invloed zijn op de spoorcapaciteit.
In september levert CGI de resultaten op, waarna NS en ProRail alle onderzoeksresultaten samenvoegt in een eindrapportage voor het ministerie van IenM.