Tien jaar geleden werd in Transport & Logistiek vooral geïnvesteerd in traditionele IT, denk aan hardware als boord­computers, tablets, smartphones en Transport en Warehouse Management Systemen (TMS en WMS). Inmiddels worden de meeste systemen niet meer aangeschaft, maar wordt maandelijks betaald voor diensten. Ook wordt steeds meer geïnvesteerd in analytics, platformisering en datadelen.

‘Dit alles wordt aangejaagd doordat breed wordt ingezet op digitalisering,’ stelt Hans Moonen, Smart Logistics-expert bij CGI en universitair docent aan de Universiteit Twente.‘Het vinden en gebruiken van de grote hoeveelheid data is de grote uitdaging, wat alles te maken heeft met toegang en interpretatie van die data.’ 

Moonen houdt zich bezig met slimme logistiek, met name waar digitalisering en logistiek elkaar raken in ketenprocessen. ‘Digitalisering gaat over het verzamelen van data, daaruit leren en ze slim toepassen om waarde toe te voegen voor de klant. Het is dan ook een thema dat het hele bedrijfsproces doorsnijdt: Wat weet ik van de klant, hoe kan ik daarop mijn proces vormgeven, inrichten en slimmer werken? Dan moet ik weten waar een vrachtwagen zich bevindt, of de chauffeur tijd heeft en of de vrachtwagen voldoende capaciteit heeft. Daarvoor is realtime informatie nodig.’

Correlatie

CGI houdt jaarlijks een klantenonderzoek in het logistiek- en transportdomein. ‘Daaruit blijkt onder andere dat partijen die digitalisering hebben omarmd, en daarmee extra waarde aan klanten bieden, betere bedrijfsresultaten scoren. Er is een correlatie tussen digitalisering en succes. McKinsey heeft onderzocht dat 92% van de bedrijven een businessmodel heeft dat een groot risico kent dat ze door digitalisering – van concurrenten, toeleveranciers of klanten – niet relevant blijven. Slechts 8% wordt niet geraakt. Digitalisering is dus gewoon bittere noodzaak.’

30% loopt voorop

Hoe belangrijk digitalisering wordt gevonden, verschilt per bedrijf. ‘Ongeveer 30% van de bedrijven binnen logistiek en transport loopt voorop in digitale toepassingen. Daarnaast is er een grote middenmoot die ermee pioniert, en een klein deel werkt er nauwelijks of niet mee.’ Zo halen bedrijven waarde uit de (data van de) boordcomputer tijdens de rituitvoering. 

‘Naast voor de rittenadministratie worden data gebruikt voor een betere interactie met de klant, het bewaken van interne processen en het toepassen van slimme algoritmiek op verschillende plekken binnen de organisatie. Zo kan je nieuw binnengekomen orders realtime inplannen op een wagen die toch al in de buurt is en nog capaciteit heeft.’

Business Intelligence

Ook wordt steeds meer gedaan aan het delen van data en systemen met klanten. ‘Tracking & tracing en elektrische vrachtbrieven (e-cmr) zijn inmiddels gemeengoed geworden. Klanten willen steeds meer weten en steeds meer data rollen automatisch het systeem van de klant in. Dat noemen we data-integratie ofwel het ontsluiten en delen van data.’ Een goed voorbeeld daarvan is analytics,’ zegt Moonen. ‘Een jaar of tien geleden spraken we massaal over Business Intelligence, feitelijk het terugkijken naar hoe een bedrijf het heeft gedaan. Met data-analyses en dashboards keken bedrijven vooral terug om de resultaten te verklaren. Maar mede door Artificial Intelligence (AI) wordt analytics steeds meer vooruitkijkend en voorspellend. Als je historische patronen combineert, zoals van verkeersdrukte en het weer, kun je fileverwachtingen maken. Wie langer met analytics werkt, en leert uit analyses, krijgt een steeds betere basis voor volgende stappen.’

Platformisering

Platformisering  Eén van die stappen is ‘platformisering’, een term die in de wereld van logistiek en transport steeds vaker te horen is. ‘We kennen allemaal platformen als Booking.com en Uber die vraag en aanbod aan elkaar knopen. Datzelfde principe is te zien in een aantal supply chains, waar partijen succesvol zijn in het volgen en op elkaar afstemmen van wereldwijde containerstromen. Op de Nederlandse markt gebruiken kleinere transportbedrijven platforms om ritten binnen te halen en met elkaar uit te wisselen.’

Federatief datadelen

Moonen ziet in Europa echter een tegenbeweging ontstaan: ‘Dat noemen we federatief datadelen en wordt toegepast door bedrijven die met elkaar zaken willen doen en de concurrentie­positie van de logistieke keten sterker willen maken. Federatief datadelen is opgezet vanuit de wens om data te delen, zonder directe menselijke tussenkomst. De data blijven zoveel mogelijk bij de bron liggen, waar deze (geautomatiseerd) kunnen worden opgehaald. Het is onderdeel van de datastrategie van Europa om haar economie competitief te houden, met name tegenover Azië en de Verenigde Staten. Federatief datadelen is geen platformmodel, maar een manier om bedrijfsprocessen met elkaar te verknopen en te versterken. Daardoor kunnen bedrijven meer service bieden, tegen lagere kosten, met minder fouten en lagere administratieve kosten.’

Hetzelfde taalgebruik

Omdat elke partij specifieke toegang krijgt, wordt veel aandacht besteed aan identificatie, authenticatie en autorisatie van partijen. ‘Federatief datadelen vraagt om hetzelfde taalgebruik en systemen die met elkaar communiceren. In de praktijk blijken veel systemen moeilijk te koppelen, maar als dat is opgelost, kunnen partijen makkelijker zichzelf aan elkaar koppelen.’

Topsector Logistiek

In Nederland heeft de Topsector Logistiek dit federatief datadelen tot één van haar speerpunten gemaakt, omdat dit grote logistieke problemen kan oplossen. Hieraan gerelateerd is ook een groot groeifondsprogramma opgestart, genaamd DIL (Digitale Infrastructuur Logistiek). Binnen DIL gaat de komende vier jaar een flink aantal proeftuinen, ‘livinglabs’, van start. Een deel van deze proeftuinen is of wordt ingevuld, maar er is ook nog ruimte voor aanvullende proeftuinen. ‘Kortom, logistiek is volop in beweging en in verandering en digitalisering speelt daarin een belangrijke rol.’

Dit artikel verscheen eerder op Insights.