Bij CGI wordt Mendix low-code ingezet om klanten, waaronder NS, sneller en beter te helpen bij het digitaliseren van hun werkprocessen. Deze vorm van softwareontwikkeling is sterk in opkomst. Melvin Spooren, Director Consulting Services, legt uit hoe CGI via low-code invulling geeft aan de wensen van klanten om sneller in te kunnen spelen op veranderingen in hun bedrijfsvoering en de veranderingen in de markt.

Wat softwareontwikkeling betreft heb je volgens Spooren verschillende manieren van bouwen. Een klassiekere programmateertaal zoals Java is wat hem betreft vergelijkbaar met de stenen waarmee je huizen steen voor steen opbouwt. Low-code is daarentegen goed te vergelijken met de zogeheten prefab-bouw, waarbij veel onderdelen van bijvoorbeeld een woning of bedrijfspand vooraf in een fabriek door anderen in elkaar gezet worden.

“Je kijkt op basis van een analyse naar wat je nodig hebt. Soms krijg je een ‘schets’ van de klant, om het zo maar te noemen, waar de benodigdheden in zijn vastgelegd. Op basis daarvan bouw je dan een module of applicatie”, aldus Spooren, die benadrukt dat je als bedrijf met low-code sneller kan inspelen op veranderingen.

Het werken met low-code is bij CGI nu ruim vijf jaar aan de gang maar is sinds twee jaar in een stroomversnelling geraakt, waarbij het team van low-code-ontwikkelaars de afgelopen jaren flink is gegroeid. Deze groei wordt ondersteund door de specifieke CGI-unit Emerging Technologies, die initiatieven ondersteunt om low code verder te laten groeien bij de overheid, in de logistiek en de financiële sector.

Het bedrijf hanteert daarbij een client intimacy-model, wat betekent dat men bij de klant over de vloer komt en intensief samenwerkt, om zo samen tot de juiste oplossing te komen. “Dat varieert van het volledig outsourcen van de IT tot gezamenlijk werken aan de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van applicaties”.

Een visualisatie vergemakkelijkt

Een van die klanten is NS. CGI helpt de vervoerder om invulling te geven aan het streven naar datagedreven en kostenbewust plannen van de inzet van bussen die ingezet worden als treinen uitvallen. “NS heeft voor hun applicaties gekozen voor het low-code-platform Mendix. Je ziet in het bedrijfsleven in binnen- en buitenland en binnen organisaties sowieso dat Mendix een steeds groter aandeel krijgt. In die ontwikkeling willen we meegaan. Op dit punt kunnen we een partner zijn.”

Bij digitalisering draait het altijd om data en het op de gewenste manier ontsluiten ervan. Dat kan via een dashboard, legt Spooren uit, maar ook via een applicatie. Laatstgenoemde vorm wordt meestal gekozen voor de visualisatie van data.

“De app voor treinvervangend vervoer draait om plannen die normaal gesproken in een Excel-format werden gemaakt. Dan kan het gebeuren dat onduidelijk is wie in welke versie werkt. Via een low-code-applicatie is dat makkelijker bij te houden, zodat je altijd toegang hebt tot de juiste en meest actuele data en foutkansen reduceert.”

Kostenbewust plannen

Het is overigens niet zo dat alleen de bedrijven zelf daar voordeel van hebben, zegt Spooren. “Als er een traject buiten dienst genomen wordt en er geen treinen maar bussen worden ingezet, dan is informatie over het soort bus, de aantallen en de route allereerst intern beschikbaar. Maar doordat die informatie niet meer in Excel staat, kan het ook ontsloten worden voor andere doeleinden, zoals voor reizigers via de NS Reizigers-app.”

Op termijn zou het ideaal zijn als de data van de busmaatschappijen ook gelinkt kan worden met de planningsapplicatie, zodat er een betere “loop van data” ontstaat. “Dan kunnen zaken waar busbedrijven wel zicht op hebben maar NS bijvoorbeeld niet – denk aan een wegonderbreking of iets dergelijks – gecommuniceerd worden zodat de plannen tijdig en snel bijgestuurd kunnen worden. Een betere “loop van data” helpt ook bij (het opstellen en) goedkeuren van de factuur aan het einde van het proces. Daardoor kan je de kosten van een bijgestuurd plan op basis van actuele informatie beter inschatten. Op die manier zal op termijn invulling gegeven worden aan het kostenbewust plannen bij NS”, vertelt Spooren.

Kwaliteitscontrole

Grote bedrijven hebben vaak de reputatie dat er op relatief conservatieve wijze te werk gegaan wordt. Daar ziet Spooren bij NS in ieder geval weinig van terug. “Qua Scrum en DevOps loopt de NS zeker niet achter. Er is veel vraag naar geïntegreerde applicaties en de kwaliteit van de data staat dat ook toe."

Eerder haalde Spooren de vergelijking aan met het bouwen van huizen. Die metafoor is opnieuw van toepassing wanneer gekeken wordt naar de volgende stap in de ontwikkeling van het werken met low-code.

“Als je zelf bouwt met stenen, dan weet je dat alles stevig in elkaar zit en het de wind en regen buiten houdt. De prefab-elementen komen van elders. Pas als je het in elkaar gaat zetten, kom je erachter of het geheel wind- en waterdicht is. Dat moet getest worden. Dat is iets waar we nu invulling aan geven. Zo concentreren we ons op zoveel mogelijk testautomatisering. Daarmee testen we op kwaliteit zonder te lang in een testcyclus te blijven hangen, waardoor de time-to-market korter wordt.”

Dit artikel verscheen eerder op SpoorPro.nl - auteur: Nick Augusteijn