Angela Brands

Angela Brands

Business Information Analyst

Diversiteit en Inclusiviteit. Ze gaan het beste hand in hand. Want waar diversiteit vooral iets zegt over de aanwezigheid van verschillen in een groep, gaat het bij inclusiviteit om het creëren van het echte groepsgevoel. Een ieder voelt zich gerespecteerd, gewaardeerd, betrokken en veilig genoeg om zichzelf te kunnen zijn. Klinkt goed toch? Niet zo moeilijk ook, je zorgt er gewoon voor dat je aardig bent, interesse hebt in de ander en een helpende hand biedt waar nodig. Hoewel dit iets moois is wat je zeker vast moet houden, komt er voor het creëren van een inclusieve werkomgeving toch iets meer bij kijken. Onze gedachten en emoties worden namelijk beïnvloed door onbewuste overtuigingen. Van die zinnetjes die op de achtergrond in je hoofd spelen, waarmee je onopzettelijk al snel een ander veroordeelt of in een hokje plaatst. Dat doe ik ook, zo blijkt.

Het is half 9 in de ochtend. Enthousiast open ik mijn teams meeting. De eerste van de dag. Dit keer ga ik nieuwe mensen leren kennen. Leuk! Ik zie hier en daar een nieuwsgierig lachje op de gezichten, iemand die nog even snel koffie gaat halen, een kat die door het beeld heen loopt én een paars bolletje met daarin LH. Het is online maar de gezellige drukte voelt echt. Iemand oppert om een kort voorstelrondje te doen en trapt direct af met een relaas van 3 alinea’s. “Wat een passie” denk ik. De meesten houden het toch íets beknopter en vertellen vooral wie ze zijn, wat ze doen en waarom ze bij deze sessie zitten. LH niet. LH houdt zich aan de opdracht ‘kort voorstellen’. “Ik ben Linda”. Er valt nog een stilte waarin het onduidelijk is of Linda nog iets meer wil vertellen of dat het hierbij blijft. Het blijft hierbij. Op dat moment denk ik visuele informatie te missen en vind ik het jammer dat ik haar niet kan zien. Ik vraag wat ongemakkelijk aan haar of haar camera stuk is. “Nee”, is het antwoord. “Oh zou je die dan aan willen doen?” Wederom “nee”. Een beetje van mijn stuk gebracht, pak ik de draad van het overleg weer op. Er worden ideeën gedeeld, concrete afspraken gemaakt en we lachen om elkaars grappen. Iedereen is reuze enthousiast en we moeten opletten dat we niet steeds door elkaar heen praten. Linda niet. Zij praat niet. Zij lacht niet. Althans niet met geluid. Haar stilte maakt dat het paarse bolletje uit ieders beeld verdwijnt. En daarmee ook de aandacht voor Linda. 

De vele sessies die volgen lijken allemaal op elkaar. Linda komt steevast veel te laat binnen en zegt niks. Als haar iets gevraagd wordt, duurt het lang voordat er een antwoord komt, waardoor mensen de vragen telkens blijven herhalen. Gevraagde acties zoals het verzamelen van informatie of het opstellen van een document duren erg lang. Mijn pogingen om haar erbij te betrekken lopen op niets uit. Ik merk dat het me steeds een beetje meer stoort. 

En dan ineens is het zover. Het is alweer het allerlaatste overleg met deze groep. Linda is voor mij nog altijd een paars bolletje met initialen. En toch is deze sessie anders. Een soort volledig verschoven aandacht van mijn kant. Ik kijk gefocust naar haar paarse representant en houd het in beeld door haar steeds iets te laten zeggen. Ik voel een mix van irritatie en onmacht. In gedachten stel ik allemaal vragen. “Waarom zit jij bij deze overleggen? Wil je dat wel? Wat doe jij? Wie bèn jij?”
De groep wenst elkaar het beste. Ieder gaat weer zijn eigen weg. Ik sluit het overleg en schiet een afspraak in met Linda. Onderwerp: kennismaken.

Beperkende overtuigingen

Ik ben wat gespannen. Hoe zal dit gesprek verlopen? Ik spreek mijn praatgrage zelf streng toe en eis dat ik vooral ga luisteren. En dat doe ik. Ik luister aandachtig naar haar woorden. Zij lijkt zich steeds meer op haar gemak te voelen. Ze vertelt, ze praat. Over haar passies en haar dromen. Over hoe zij de wereld interpreteert. Over niet begrepen worden en de daarmee gepaard gaande eenzaamheid. Bij iedere zin van haar observeer ik mijn gedachten en voel ik me steeds een beetje kleiner worden. Ik ben stil. 

Na de kennismaking probeer ik de zinnen die blijkbaar onbewust op de achtergrond in mijn hoofd spelen op te schrijven. Zonder enige nuance. Mijn beperkende overtuigingen.

  • Als je altijd te laat komt, vind je het niet belangrijk genoeg
  • Als je in een online meeting geen camera aan hebt, doe je niet mee
  • Als je niet direct antwoord geeft op een vraag, weet je het antwoord niet of snap je de vraag niet
  • Als je niet gezellig meedoet met grapjes maken, hoor je er niet bij.

Ik lees ze geschrokken nog een paar keer hardop. 

“Maar ik ben toch een goed mens? Ik bedoel het toch goed?” Vraag ik me onzeker af. Ja heus, maar als ik wil bijdragen aan een inclusieve werkcultuur is zelfidentificatie als “ik ben een goed persoon” niet goed genoeg. 

Overtuigingen onderuit gehaald

Door actie te ondernemen en alsnog in gesprek te gaan met Linda, ben ik me meer bewust geworden van onderliggende overtuigingen. Zonder dat ik wist dat ik ze had, zijn ze getoetst tegen de werkelijkheid. Hierdoor weet ik nu dat:

  • Linda vaak te laat komt, omdat ze moeite heeft met opstarten in de ochtend
  • Linda geen camera aan heeft, omdat ze dan afgeleid is door haar eigen beeld en ze zich niet kan focussen op het overleg dat ze zo belangrijk vindt
  • Linda niet meteen antwoord geeft op een vraag, omdat het haar tijd kost het antwoord naar boven te halen
  • Linda niet met onze grapjes meedoet, omdat ze sarcasme anders opvat.

Linda heeft autisme. Ze verwerkt informatie en prikkels anders. Anders dan ik. Het kost haar veel energie om een werkdag door te komen, omdat ze probeert zich zo goed mogelijk aan te passen. Ze wil voldoen aan de omgangsverwachtingen van anderen. Erbij horen.

Terugkijkend op de sessies heb ik niet inclusief gehandeld. Het was geen onwil. Wel pure onwetendheid. Het NeuroLeadership Institute verwoordt dit o zo krachtig “Als je niet actief insluit, sluit je waarschijnlijk onbedoeld uit”.
Na ons gesprek voelde Linda zich meer gezien. En met kleine aanpassingen in onze communicatie en het uitwisselen van ideeën over de vorm van toekomstige overleggen, voelt zij zich meer inclusief betrokken.  Een belangrijke eerste stap naar een werkomgeving waarin zij zichzelf kan zijn en wij oog hebben voor al het moois dat zij ons te bieden heeft. Denk bijvoorbeeld aan: het vol toewijding inzetten van specialistische kennis, een probleem op een verrassende en creatieve wijze benaderen, het zonder oordelen naar anderen kijken en nog zoveel meer waardevols. We hebben Linda nodig. 

Wat nu?

Door mijn verhaal te delen, hoop ik je stof tot nadenken te geven. Kijk eens kritisch naar jezelf: hoe inclusief ben jij écht? Ben jij je bewust van jouw overtuigingen? Durf je je kwetsbaar op te stellen? Wat voor jou een kleine verandering in handelen kan zijn, kan van ongekende waarde voor de ander zijn. Ik ben benieuwd wat het je brengt. Het heeft mij in ieder geval een zachtere blik, meer openheid en nieuwsgierigheid gebracht. Want naast autisme bestaan er ook andere vormen waarin een brein kan verschillen. Voorbeelden zijn ADHD, ADD, dyslexie en hoogsensitiviteit. Een breder begrip voor de aanwezigheid van neuroverschillen binnen een groep is neurodiversiteit. 

Wat betekent het als je brein letterlijk anders werkt? Hoe zorg je ervoor dat een neurodiverse groep inclusief kan functioneren? Welke acties zijn er nodig voor een werkcultuur waarin niet alles alleen gericht is op de mens met een typisch brein? Ik ga op zoek naar antwoorden en begin met een digitaal koffietje met Linda. In de middag.  

Linda is een fictief karakter gebaseerd op ware gebeurtenissen met verschillende personen

Over de auteur

Angela Brands

Angela Brands

Business Information Analyst

Angela is sinds 2017 werkzaam bij CGI en als Business Information Analyst actief in het Rail Infra domein. Ze houdt zich bezig met achterhalen en begrijpen van de échte klantvraag en het ontwikkelen van een passende oplossing die op alle lagen binnen de organisatie gedragen ...