“Het is zaak om van VBHC 1.0 naar VBHC 2.0 te transformeren”, zegt Albert Vlug, vicepresident consulting healthcare van CGI. Dat gaat volgens hem zeker gebeuren de komende jaren. “Maar we zien wel een aantal voorwaarden om rekening mee te houden: voortdurende beschikbaarheid van informatie, structurele inbedding van data analytics en vooral waardecreatie voor de patiënt”, zegt Vlug, “Bij CGI richten we ons op het belang van patiëntparticipatie, het meest disruptieve aspect van de zorg. Daar vragen we meer aandacht voor in value-based health care, gesteund door ICT.”

Albert Vlug prijst de samenwerkingen op VBHC-gebied, zoals die met de Santeon ziekenhuizen. Maar VBHC is nu nog te vaak projectmatig opgezet. Dat bedoelt Vlug met ‘1.0’. “Ik ben er van overtuigd dat als we klanten willen helpen, we dat structureel moeten inrichten. Dan wordt VBHC de basis voor een alternatieve kwaliteitscyclus. Een belangrijke voorwaarde is dat we onze informatie voortdurend realtime beschikbaar hebben.” Dat vraagt om een open-source informatielaag, vindt Vlug, op een ‘technologie-onafhankelijke’-manier – ondersteunend voor geïntegreerd, multidisciplinair werken. “Bedrijven die bijvoorbeeld databases van een EPD of ERP ontwikkelen en beheren, geven geen inzage in hun data. Dus hoe betrouwbaar is de data dan die je er via omwegen uit weet te halen? Op welke manier of wie heeft de gegevens gemeten? Met haar open zorginnovatieplatform biedt CGI een dienst, waarmee deze toegevoegde waarde van informatie snel en schaalbaar in te richten is.”

Data analytics

Een tweede voorwaarde ligt op het vlak van (big) data analytics. Albert Vlug: “Nu is de keuze voor behandelingen nog afhankelijk van enthousiaste specialisten of bestuurders. Dat is een mooi en goed begin. Maar als je VBHC structureel wilt inzetten, zou je data analytics niet alleen na de dataverzameling, maar ook al aan de voorkant kunnen inzetten. Daarbij kun je bijvoorbeeld zien wanneer teveel complicaties aan de orde zijn.” Eigenlijk pleit Vlug voor verandering van de kwaliteitscyclus. “Negentig procent van alle zaken in de zorg gaat goed. Dat wordt elke keer opnieuw bewezen door het registreren van indicatoren. Daar hoef je dus niet naar te kijken. In plaats daarvan kun je je beter concentreren op die tien procent die beter kan. Zet daar ook data analytics voor in.” 

Patiëntparticipatie

Het allerbelangrijkste, zo vindt Albert Vlug, is luisteren naar de patiënt. “Die heeft een ander perspectief op ‘value’, of anders gezegd: wat voor hem of haar waarde heeft. De uitkomsten van een operatie zijn voor de patiënt minder relevant, het gaat meer om de consequenties daarvan. Uiteraard is het fijn dat een operatie gelukt is, maar wat daarna? Hoe gaat bijvoorbeeld nazorg in de thuissituatie. Is er aandacht van een verpleegkundige als de patiënt naar huis kan. Het gaat niet alleen om statistische overlevingscijfers. Vooral het traject thuis moet worden meegewogen.”

Deze voorwaarden voor VBHC 2.0 zijn in ons land nog nauwelijks ontwikkeld, zo vertelt de expert ‘patiëntparticipatie’ van CGI. Albert Vlug: “Daarom zet CGI deze ontwikkelingen in een breder perspectief. Dat komt tegemoet aan het internationale karakter van informatiegestuurde zorgaanbieders.  De meeste specialisten komen op internationale congressen. Zij zijn het wel gewend om over grenzen heen te kijken voor hun beroepsrichtlijnen.”