De recente zorgen in de Tweede Kamer over de afhankelijkheid van buitenlandse technologiebedrijven raken een gevoelige snaar. Digitalisering vormt tegenwoordig de basis van overheidsdiensten, economische processen en maatschappelijke structuren. Juist daarom is het kwetsbaar wanneer die infrastructuur grotendeels in handen ligt van een klein aantal, buitenlandse cloudleveranciers. Zaak dus om samen te bouwen aan een transparante en controleerbare cloudinfrastructuur in Europa.
Digitale soevereiniteit: regie, keuzevrijheid en juridische duidelijkheid
Op dit moment beheersen Amerikaanse hyperscalers naar schatting 70 tot 80 procent van de Europese cloudmarkt. Dat plaatst de fundamenten van Europa’s digitale systemen onder jurisdicties die niet altijd verenigbaar zijn met Europese waarden en wetgeving. Het ontbreekt ons hierdoor aan digitale soevereiniteit. We kunnen met andere woorden niet zelf bepalen wie toegang heeft tot data, hoe technologie wordt ingezet, en onder welke juridische voorwaarden. Terwijl digitale soevereiniteit juist zorgt voor keuzevrijheid en transparantie.
Daaraan hebben we door geopolitieke spanningen en extraterritoriale wetgeving zoals de Amerikaanse Cloud Act in groeiende mate behoefte. Wanneer gevoelige diensten onder buitenlandse jurisdictie vallen, ontstaat juridische spanning. Europese wetgeving zoals de GDPR stelt namelijk hoge eisen aan dataprotectie — die niet altijd verenigbaar zijn met verplichtingen tot datatoegang in andere rechtsgebieden.
Overheden nemen het voortouw: stap voor stap richting autonomie
Nog vóór de zomer stappen veertig Nederlandse overheden over op een cloudomgeving die voldoet aan hun eisen op het gebied van soevereiniteit. Het initiatief komt voort uit het Open Webconcept en laat zien dat decentrale overheden niet afwachten, maar actief bouwen aan een herbruikbare, transparante infrastructuur op basis van open standaarden. Die infrastructuur is essentieel; daar begint immers de regie. Door afspraken te maken over eigenaarschap, beveiliging, interoperabiliteit en compliance, ontstaat een schaalbaar model dat publieke waarden als privacy en toegankelijkheid borgt.
De cloudomgeving sluit aan op de nationale strategie voor Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA), waarin technologische onafhankelijkheid en publieke regie centraal staan. Door samen te werken aan soevereine cloudvoorzieningen krijgt die strategie nu ook praktische invulling. Digitale soevereiniteit is geen individuele opgave. Deze eerste implementaties tonen dat bestuurlijke samenwerking essentieel is om technologie in lijn te brengen met publieke waarden en wetgeving.
Naar een werkbare aanpak voor digitale autonomie
Digitale soevereiniteit begint met ambitie, maar vraagt uiteindelijk om concrete stappen. Wie de controle over zijn digitale infrastructuur wil terugpakken, moet weten waar te beginnen — en waar naartoe te werken.
De eerste stap is overzicht creëren: welke systemen zijn in gebruik, waar bevinden zich je gegevens en van welke externe partijen ben je afhankelijk? Vervolgens is het zaak om die afhankelijkheden kritisch te beoordelen, zowel technisch als juridisch. Wat kan — en wat mag — onder de huidige condities?
Daarna volgt de kernvraag: welke onderdelen van je digitale omgeving moeten onder directe regie vallen? Volledige onafhankelijkheid is zelden nodig of haalbaar. Het gaat om strategisch keuzes maken over wat je zelf beheert en waar samenwerking of uitbesteding acceptabel is.
Die keuzes vragen om richting. Een heldere strategie schetst het pad vooruit: welke prioriteiten stel je, welke middelen zijn nodig, en waar begin je? Daarbij hoort ook een concreet migratiepad, inclusief afspraken over interoperabiliteit en continuïteit.
Tot slot: digitale autonomie is geen eindbestemming. Wetgeving, technologie en dreigingen veranderen voortdurend. Juist daarom is wendbaarheid essentieel: de ruimte om aan te passen zonder steeds opnieuw te moeten beginnen.
Van visie naar uitvoering
Het momentum is daar. Door te investeren in een Europese cloudinfrastructuur die onafhankelijkheid mogelijk maakt, bouwen we aan een digitale toekomst die in eigen handen ligt. Een geloofwaardig alternatief voor Amerikaanse hyperscalers vereist meer dan techniek. Europese aanbieders hebben (nog) niet dezelfde schaal of breedte van dienstverlening. Daarom is samenwerking tussen overheden en marktpartijen essentieel. Door vraag te bundelen en gezamenlijk te investeren in open, interoperabele oplossingen, ontstaat een concurrerend ecosysteem dat voldoet aan Europese normen.
Overheidsinvesteringen spelen daarin een sleutelrol. Door innovatiebudgetten en infrastructuur in Europa te besteden, versterken we niet alleen de technologische autonomie, maar ook het economische fundament van de Europese IT-sector.
Digitale soevereiniteit overstijgt techniek. Het vraagt om politieke keuzes, juridische kaders en maatschappelijke betrokkenheid. CGI is ervan overtuigd dat een geloofwaardig alternatief haalbaar is — als we bereid zijn samen te investeren in samenwerking en open technologie.
De digitale autonomie van morgen begint met de keuzes die we vandaag maken.
Bij CGI onderstrepen we de noodzaak om in Nederland en Europa digitaal soeverein te zijn. We bouwen zodoende een CGI Soevereine Cloud. Een open, robuuste en controleerbare cloudinfrastructuur die aansluit op internationaal erkende kaders, Europese waarden, open source-technologie en open standaarden.
Meer weten? Neem dan contact op met Marcel Perdok en Bart van der Vlis voor meer informatie.
Back to top